Een energieprestatievergoeding, hierna: "EPV", kan sinds 1 september 2016 met huurders van een (bijna-)energieneutrale woning worden overeengekomen. Dat kan zowel in de huurovereenkomst zelf, bijvoorbeeld in een aparte paragraaf, of in een aparte overeenkomst die onlosmakelijk deel zal uitmaken van de huurovereenkomst. Een energieprestatievergoeding, hierna: "EPV", kan sinds 1 september 2016 met huurders van een (bijna-)energieneutrale woning worden overeengekomen. Dat kan zowel in de huurovereenkomst zelf, bijvoorbeeld in een aparte paragraaf, of in een aparte overeenkomst die onlosmakelijk deel zal uitmaken van de huurovereenkomst. Het uitgangspunt van de regeling is dat de woonlasten voor een huurder van een (bijna-)energieneutrale woning vergelijkbaar zijn aan die van een huurder van een woning die dat niet is. Het bedrag dat de huurder van een (bijna-)energieneutrale woning bespaart op zijn energierekening, betaalt hij nu als EPV aan de verhuurder. Wel verdient het opmerking dat de wetgever in geval van renovatie een lichte stijging van de woonlasten acceptabel acht, omdat de huurder een veel comfortabelere woning krijgt. De EPV moet verhuurders stimuleren bestaande woningen te renoveren tot (bijna-)energieneutrale woningen of nieuwe (bijna-)energieneutrale te bouwen. Hoe hoog de EPV is en hoe die is vastgesteld, moet blijken uit de schriftelijke overeenkomst waarin de EPV is overeengekomen. In die overeenkomst dient daarom in ieder geval het hiernavolgende te zijn opgenomen.
 
In de eerste plaats dient de overeenkomst te vermelden hoeveel warmte jaarlijks nodig is om de woonruimte bij gemiddelde klimaatomstandigheden en een gemiddeld gebruik te voorzien van ruimteverwarming. Die warmtevraag moet worden bepaald door een gecertificeerd bedrijf en mag niet hoger zijn dan 50 kWh per m2 per jaar. Des te lager de voornoemde warmtevraag van de woning is, des te hoger is de EPV die per m2 per maand mag worden overeengekomen.
 
Ten tweede dient de overeenkomst te vermelden welke hoeveelheid duurzame energie op de woning wordt opgewekt. Onder duurzame energie wordt verstaan energie uit hernieuwbare bronnen, zoals: wind, zon, aerothermische, geothermische, hydrothermische energie en energie uit de oceanen, waterkracht, biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties en biogassen. Er dient een uitsplitsing te worden gemaakt tussen op te wekken energie ten behoeve van warmte en op te wekken energie ten behoeve van het gebruik door de huurder.
 
De op te wekken hoeveelheid duurzame energie ten behoeve van warmte geldt alleen voor woningen die niet onder de Warmtewet vallen en is minimaal gelijk aan de hiervoor genoemde (netto) warmtevraag, vermeerderd met 15 kWh per m2 per jaar voor warm water.
 
Bij de op te wekken hoeveelheid duurzame energie voor het gebruik door de huurder gaat het enerzijds om de energie die nodig is voor het laten werken van installaties, zoals ventilatiesystemen, (comfort-)koelingsystemen en systemen voor meting en monitoring. Anderzijds gaat het om de hoeveelheid vrij te besteden energie van de huurder van minimaal 26 kWh per m2 per jaar. De wetgever is hierbij uitgegaan van een minimale op te wekken hoeveelheid duurzame energie van 1800 kWh per jaar en een maximale op te wekken hoeveelheid duurzame energie van 2600 kWh per jaar.
 
Ten derde dient gespecificeerd te worden waar de voornoemde gemiddelde klimaatomstandigheden en het gemiddeld gebruik uit bestaan. Hiervoor kan bijvoorbeeld aansluiting worden gezocht bij de daarvoor geldende NEN-normen. Van belang is het gemiddeld gebruik ook te concretiseren. Geef bijvoorbeeld aan op welke temperatuur de woning gemiddeld kan worden verwarmd en hoeveel liter warm water er dagelijks kan worden gebruikt. Ook dient de overeenkomst uitdrukkelijk te vermelden wat de gevolgen zijn voor het energieverbruik, indien van de gemiddelde klimaatomstandigheden of het gemiddeld gebruik wordt afgeweken.
 
Tot slot is het natuurlijk van belang de hoogte van de EPV te vermelden, zodat duidelijk is welk bedrag de huurder aan de verhuurder is verschuldigd. De EPV is ter bescherming van de huurder gemaximeerd om te waarborgen dat de woonlasten voor een huurder van een (bijna-)energieneutrale woning vergelijkbaar zijn aan die van de huurder van een woning die dat niet is. Het maximale bedrag kan worden vastgesteld aan de hand van de in het 'Besluit energieprestatievergoeding huur' opgenomen tabellen. Tabel 1 geldt wanneer de woning zowel duurzame energie opwekt voor warmte, als voor het gebruik door de huurder. Tabel 2 geldt wanneer de woning slechts energie opwekt voor het gebruik door de huurder en ten aanzien van de warmtelevering onder de Warmtewet valt. Naar verwachting zal er binnenkort een derde tabel volgen voor woningen die zijn aangesloten op het gasnet.
 
cursusaanbod huisvestingsadvocaten

Telefoonnummer
088-4520200

E-mail
secretariaat@huisvestingsadvocaten.nl