De coronacrisis houdt de gemoederen in Nederland nog steeds flink bezig. Inmiddels is er (gelukkig) weer meer ruimte voor onder andere horeca en culturele instellingen. Deze sectoren zijn sinds maart 2020 hard getroffen door de coronacrisis waarbij zij te maken hebben gehad met overheidsmaatregelen die hebben geleid tot verplichte sluitingen en beperkingen qua bezoekersaantallen. De overheidsmaatregelen hebben op het gebied van het huurrecht ook tot veel discussies geleid tussen verhuurders en huurders van onder andere horeca aangelegenheden. Deze discussies draaiden met name om de vraag of van huurders gezien de overheidsmaatregelen wel kon worden verlangd dat zij de volledige huurprijs zouden moeten betalen. De coronacrisis houdt de gemoederen in Nederland nog steeds flink bezig. Inmiddels is er (gelukkig) weer meer ruimte voor onder andere horeca en culturele instellingen. Deze sectoren zijn sinds maart 2020 hard getroffen door de coronacrisis waarbij zij te maken hebben gehad met overheidsmaatregelen die hebben geleid tot verplichte sluitingen en beperkingen qua bezoekersaantallen. De overheidsmaatregelen hebben op het gebied van het huurrecht ook tot veel discussies geleid tussen verhuurders en huurders van onder andere horeca aangelegenheden. Deze discussies draaiden met name om de vraag of van huurders gezien de overheidsmaatregelen wel kon worden verlangd dat zij de volledige huurprijs zouden moeten betalen.

Over deze vraag zijn inmiddels ook veel rechtszaken gevoerd. Veel rechters hebben daarbij geoordeeld dat een huurkorting voor huurders ten gevolge van de overheidsmaatregelen (zoals het geheel moeten sluiten van het bedrijf of het anders moeten inrichten van het bedrijf) op haar plaats is. Wel moet een huurder volgens deze rechtspraak goed kunnen onderbouwen waarom de overeengekomen huurprijs echt niet in stand kan blijven. Hierbij moet een huurder aan de hand van concrete omzetcijfers uitwerken dat hij ten gevolge van de overheidsmaatregelen daadwerkelijk een aanzienlijk omzetverlies heeft geleden. Over de uiteindelijke berekening van de huurkorting bestaat in de rechtspraak nog verschil van mening. Het draait daarbij met name om de vraag op welke manier de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) die huurders hebben ontvangen moet worden verrekend. De TVL-vergoeding kan in de berekening worden meegenomen door deze bij de omzet te betrekken (dat doet onder andere de rechtbank Amsterdam[1]). Een andere mogelijkheid is de TVL-vergoeding bij de hoogte van de huur te betrekken in plaats van bij de omzet (dat doet onder andere de rechtbank Gelderland[2]). Deze laatste methode is het gunstigst voor de verhuurder.

Juridisch gezien hebben wij een aantal inhoudelijke bezwaren tegen de hierboven kort samengevatte rechtspraak. Zo wordt in deze rechtspraak wat ons betreft weinig rekening gehouden met de belangen van verhuurders die ook financiële klappen krijgen ten gevolge van de coronacrisis. Hoe dan ook, geldt dat veel verhuurders bereid zijn om mee te denken met huurders die ten gevolge van de coronacrisis te maken gehad met een aanzienlijk omzetverlies. Wél is het voor veel verhuurders lastig om te bepalen welk beleid op dit punt richting huurders kan worden gevoerd.

In dit kader is het interessant dat de gemeente Rotterdam recent de ‘Herziene Coulanceregeling Verhuur Gemeentelijk Vastgoed Rotterdam’[3] heeft gepubliceerd. Hoewel deze regeling expliciet is bedoeld voor huurders van vastgoed van de gemeente Rotterdam, bevat deze regeling een goed uitgewerkt beleid ten aanzien van het verlenen van huurkortingen ten gevolge van de overheidsmaatregelen. De regeling kan verhuurders een mogelijk idee bieden indien zij zelf worden geconfronteerd met discussies met huurders. Ook bevat de regeling bijvoorbeeld duidelijke regels met betrekking tot de documenten die huurders moeten aanleveren om te kunnen beoordelen of zij in aanmerking komen voor huurkorting. Wij zouden het beleid van de gemeente Rotterdam overigens niet volgen als het gaat om de verrekening van de TVL-vergoeding. De gemeente sluit in dit kader aan bij de hierboven eerst genoemde methodiek. Dit terwijl de tweede methodiek, die ook gunstiger is voor verhuurders, wat ons betreft beter aansluit bij de bedoeling van de TVL. Hoe dan ook, de regeling van de gemeente Rotterdam biedt een interessant uitgangspunt voor verhuurders die zelf nog zoekende zijn naar beleid ten aanzien van huurkortingen.  
cursusaanbod huisvestingsadvocaten

Telefoonnummer
088-4520200

E-mail
secretariaat@huisvestingsadvocaten.nl